Hard werken en nog niet gewaardeerd

Hans werkt zich een slag in de rondte, is er altijd voor anderen, de pleaser in hem doet het werk en de innerlijke criticus voelt zich steeds niet gewaardeerd door zijn baas, ook als hij positieve feedback geeft. Hij werkt hard, maakt overuren. Hans heeft niet echt contact met zijn collega's, want zij denken "we doen het toch niet goed', en Hans denkt "ik weet het beter'.

Eenzaam

Iemand die alle ballen in de lucht houdt, altijd denkt het beter te weten en tegelijkertijd wel de complimenten nodig heeft is ook eenzaam in zijn positie op het werk. We kijken op tegen zo'n persoon maar als je dieper kijkt dan zie je hoe Hans alleen staat.

We weten allemaal wel dat we in ons werk onszelf meenemen, interessant is om te analyseren welke onbewuste delen, overtuigen en gedragspatronen op de voorgrond spelen. Zoals in deze casus gaat het om de pleaser, de eenzame en de innerlijke criticus. 

Echter heeft de beste man niet door dat deze delen vaak zijn ontwikkeld in de kinderjaren, je kunt je dan ook af vragen wie er naar het werk gaat. Hans bedoeld het goed maar heeft niet door dat hij werkt vanuit de  "overdracht ".

Het begrip overdracht gaat over het onbewust overbrengen (projecteren) van oude gevoelens, wensen en verwachtingen van een vroegere relatie op een ander. Bij overdracht ziet iemand een persoon anders dan hoe die werkelijk is. De term komt oorspronkelijk uit de klassieke psychotherapie en is ingevoerd door de psycholoog Sigmund Freud (1856-1939). 

Het kind in ons

Hans neemt naast zijn volwassene ook het "kind" mee naar het werk. Het kind dat zo z’n best deed om te presteren. Het niks-aan-de-de-hand-kind, dat zijn ouders probeerde te ontlasten. Het geparentificeerde kind, dat voor zijn ouders moest zorgen. Het rebelse kind, dat met veel lawaai de aandacht kon verleggen. Het invoelende kind, dat leerde om beter te voelen hoe het met de ander is, dan met hemzelf. Of het bange, boze, aangepaste, eenzame, niet geziene of gekwetste kind.

Op ons werk herhalen we de strategieën van het kind van toen. Diep van binnen in de hoop op dit keer een andere uitkomst. In de hoop dat we ons nu wel gezien, gehoord, gewaardeerd of geliefd voelen.
Als je doet wat je altijd deed, dan krijg je wat je altijd kreeg. En zelfs als je iets anders krijgt, dan is het nog maar de vraag of je dat kan registreren en kan aannemen.

Zijn leidinggevende heeft gezegd dat hij minder hard moet werken, omdat ze bang is dat hij omvalt. Daar is hij boos over. Hij voelt zich weer niet gewaardeerd. Overdracht vertroebelt onze blik en kleurt onze waarneming.
Opgegroeid in een nest zonder vader, met twee broertjes die extra zorg nodig hadden, heeft hij als kind keihard gewerkt om zijn moeder te ontlasten. Maar de meeste aandacht ging alsnog naar zijn broertjes. En hij voelde zich steeds niet gezien en niet gewaardeerd.

Herhaling patronen

Iets uit de relatie met zijn moeder herhaalt hij met zijn leidinggevende en iets uit de relatie met zijn broertjes herhaalt hij met zijn medewerkers. Hij brengt het ondergewaardeerde hardwerkende kind naar zijn werk, in de hoop dat zijn werkgever ervoor zal zorgen. De waardering die hij krijgt ziet hij niet.

Ook met mij herhaalt hij. In het begin belast hij me nauwelijks. Hij stelt zichzelf de vragen en levert me panklare analyses aan. Tussendoor kijkt hij me vragend aan: ‘doe ik het zo goed?’
Als ik achter hem ga staan en mijn handen op zijn schouders leg breekt hij. Zo onbekend is de ervaring van steun aannemen.
Als je kan zien hoe je herhaalt, kan je leren zorgen voor het kind van toen. Door te rouwen om het gemis van ooit en te oefenen met aannemen in het hier en nu. Zo wordt een herhaling een herkansing. En kan je weer meer als volwassene naar je werk. Met een volwassen behoefte aan waardering.