Oorzaak psychische problemen verschoven van gezin naar werk
Niet enkel de psychotherapie is de afgelopen decennia sterk veranderd, ook de oorzaak van zware psychische problemen is sinds 1990 radicaal verschoven, van het gezin naar de werkvloer. Dat vertelt Paul Verhaeghe, klinisch psycholoog en hoogleraar aan de UGent in "De afspraak" op Canvas. Naar aanleiding van zijn emeritaat over enkele dagen heeft hij een boek uit over de evolutie in zijn vakgebied, met de veelzeggende titel: "Wat brengt u hier?".
"De afgelopen 40 jaar is de wereld ingrijpend veranderd, en de psychotherapie ook. De meeste psychologische problemen voor 1990 ontstonden vooral binnen het gezin", legt Verhaeghe uit.
"In die tijd was de maatschappij nog heel restrictief en beklemmend. Vanaf de jaren 90 zijn er enkele veranderingen gekomen, waardoor er in onze samenleving en ook in onze levens andere accenten werden gelegd, en onder meer voor vrouwen op de werkvloer was dat positief."
Onderzoek rond de eeuwwisseling wees op een duidelijke verschuiving
"Het overgrote deel van zware psychologische problemen had plots te maken met de werkvloer, zo bleek uit gesprekken met mensen die waren opgenomen in de psychiatrie", aldus Verhaeghe. "Dat betekent niet dat problemen binnen gezinnen en relaties naar de achtergrond zijn verdwenen, maar er is een duidelijke accentverschuiving", legt Verhaeghe uit in "De afspraak" op Canvas.
Volgens Verhaeghe is een van de verklaringen dat het belang van onze job in ons leven enorm is toegenomen. "Vroeger was je werk iets wat je elders deed, binnen afgebakende uren, en er was maar een kleine minderheid die daarvan afweek, zoals dokters of politici."
"Dat is op een bepaald moment radicaal veranderd. Je job bepaalt nu voor een groot deel je identiteit: het is iets wat snel aan bod komt als je jezelf voorstelt. Onze job bepaalt deels wie we zijn", meent Verhaeghe. "En het accent op die arbeidsmarkt ligt dan ook nog eens op concurrentie en competitie."
Onze job bepaalt voor een deel wie we zijn
Paul Verhaeghe, klinisch psycholoog en hoogleraar aan de UGent
Daar komt bij dat een steeds grotere groep mensen flexibel werkt, zowel qua uren als qua locatie. "Door de digitale mogelijkheden is het thuiswerk enorm toegenomen, dat hebben we gemerkt tijdens de coronacrisis, met alle gevolgen van dien. Een verlies aan autonomie bijvoorbeeld, en dat is een van de oorzaken voor een burn-out", zegt Verhaeghe.
"Om een hardnekkige misvatting over burn-outs de wereld uit te helpen: het heeft niets te maken met te hard werken. Wel met onvoldoende autonomie, en een gebrek aan sociale waardering op de werkplek."
Omdat veel mensen een deel van hun identiteit linken aan hun job, voelen jonggepensioneerden zich vaak wat verloren na het einde van hun loopbaan. Zelf vreest Verhaeghe het zwarte gat niet, op enkele dagen van zijn pensioen. "Ik ga zeker blijven lezen en schrijven, en ik behoud mijn praktijk. Dus er zal niet veel veranderen in mijn leven, al zal ik misschien wat meer vrijheid hebben."
Bron: VRT nieuws: De Afpraak